Beroemdheidscultus
De artiesten die het publiek het beste wisten te vermaken of shockeren groeiden uit tot beroemdheden. Deze hype rondom personen zonder noemenswaardige afkomst, intellect of opleiding was een nieuw fenomeen.
De cultus werd gevoed door de opkomst van de publiciteitsfotografie en de geïllustreerde pers, maar ook door de affiches, bladmuziek en zelfstandige prenten van eigentijdse prentkunstenaars.
Toulouse-Lautrecs wijdverspreide karikaturale affiches van sterren als Aristide Bruant en Jane Avril vergrootten niet alleen de roem van deze artiesten maar ook die van de kunstenaar zelf.
Typen
Artiesten die het niet tot ster schopten werden in prenten vaak verbeeld als type. Ibels was de meester in het vereeuwigen van deze arbeiders, die als clown, acrobaat of worstelaar hun brood verdienden. Uit de koddige prenten spreekt een duidelijke sympathie voor deze demi-cabots (marginale artiesten).

Henri Gabriel Ibels, De beslaglegging (Le grappin) en De vrijgevochtene (L'affranchie), 1894
Verder lezen:
- Georges d’Esparbes et al., Demi Cabots. Le Café-Concert, Le Cirque, Les Forains, Parijs 1896
- Phillip Dennis Cate, The Graphic Arts and French Society, New Brunswick 1988
- Richard Thomson et al., Toulouse-Lautrec and Montmartre, Washington 2005